Sparta en het succes van de eenvoud

14 May 2021, 17:42 uur
Columns
mainImage

Erg trendy bij voetballers is tegenwoordig het strak gepijpte wielerbroekje onder de voetbalbroek.

De wielerbroek is windafstotend, strak gesloten, en komt in de kleur van de voetbalbroek als een soort contrastbies een centimeter of vijf boven de knie uit.

Modieus is óók om de knieën niet meer te laten zien. Model: Hakim Ziyech. Daar zijn in het land van Pipi Langkous speciale kousen voor gebreid: één steek rechts, twee laten vallen. Weet hij veel. Maar wel lekker warm ’s winters. 

De wielerbroek onder de voetballers is de black look of the new body contouring en verkrijgbaar bij de major health stores. Ze is de opvolger van de malloot, die vroeger opvallend afstak bij de kleuren van ondergesneeuwde stadions. Nu voetbalt men al jaren niet meer op sneeuw.

Er bestaat ook een Undiemeister als wielerbroek. Maar die zie je niet. Het is de verstopte versie van de contrabies, speciaal voor elftallen die niet van gekkigheid houden. Daarom kijk ik graag naar Sparta. De kleine strakke Undiemeister stimuleert de bloedcirculatie en helpt bovendien veel makkelijker om het zwabberende klok- en hamerspel bijeen te houden.  

De lange nieuwe wielerbroekjes (met bies) kwamen in het begin vooral voor in Heerenveen. Daar is het namelijk altijd een paar graden kouder. Daarna in het winderige Volendam. Later ook in het windomsloten Feyenoord-stadion en inmiddels in alle warme landen. Geen gezicht natuurlijk, zo’n grote vent in zo’n speelpakje. En al helemaal niet als ook z’n knieën nog zijn ingepakt.

Ik heb vroeger altijd moeten wennen aan nieuwe voetbalkledinglijnen. Dat begon al met de in 1961 ontworpen satijnen broekjes die na één handwas en vijfsprintjes krompen tot aan je liezen. Heel Nederland heeft vijf jaar voor gek gelopen.

De satijnen voetbalbroekjes verdwenen gelijk met de onbehouwen scheenbeschermers. Daarna kwamen de tapes en in enkele gevallen gingen de kousen geheel omlaag, wat uit oogpunt van design ook weer geen gezicht was. Paste alleen bij Van Hanegem. Kökçü loopt ermee voor lul. Maar bij Sparta doet niemand dat.

Populair werden ’s winters ook handschoenen. Geen brommerhandschoenen, maar Navy-gloves van Cornelia James. En dan had je vroeger ook de eerste kleine tijgeroorbelletjes van Christopher Clarke. Kampioen sierraden was trouwens Winston Bogarde. Veel nek geperst rond strakke gouden kettingen.

En toen kwam de toilettas. Iedere moderne voetballer draagt er bij binnenkomst in het stadion één onder de oksel in het kader van de voorgeschreven body-brushing. In het tasje zitten crèmetjes met vitamine E, verder een ladyshave, een krultang en allerlei spuitflaconnetjes in de smaken aardbei en grapefruit. Ook een nagelveiltje.

Laatst heb ik bij een Spartaan een keer in zo’n tasje mogen kijken, maar zie: niks van die mutserigheid. Ik zag een stuk Sunlightzeep uit de ouwe fabriek in Vlaardingen, een stevige tandenborstel, een ouderwetse tube Prodent, een bot scheermesje, een flacon brillantine waarmee Bep Zaal z'n peenhaar bijeen hield (Bart Vriends gaat nu googlen) en verder een vibrator vanuit het motto dat er in de kleedkamer ook wat te lachen moet blijven.

Op naar Heerenveen. Het nieuwe talent Mijnans met die uitschuifbare lange benen in een broek waar ouderwets de wind doorheen jaagt en Harroui in zo’n korte nauwe met aan de onderkant elastiek teneinde de dijspieren te spannen zoals dames dat met hun brammen doen. 

Wat een wereldwonder zou het zijn als Henk van Stee en Henk Fraser het flikten met hun kleuterbudget.