Van kerstverhalen moet je tranen in de ogen krijgen. Als kind kon ik het kerstlied van Willy Derby, waarin een “bedelknaapje” uitgeput en eenzaam van de kou bezwijkt, niet zonder snikken aanhoren.
Leraar
De leraar van wie ik zelf het meest geleerd heb was meneer Wilschut, die op onze openbare lagere school één uur in de week Bijbelse geschiedenis kwam geven. We juichten als we zijn oude DKW’tje om de hoek zagen komen. De lessen waren een genot. Voor onze ogen zagen we de oudste zonen van Egypte rochelend sterven en we hoorden de muren van Jericho in elkaar storten. Grappig is dat ook André van Duin hem als inspirator noemt (we woonden allebei in West).
Zelf leraar
Eenmaal leraar begreep ik dat belangstelling wekken voor je vak van grote waarde is. Je leerlingen presteren beter als ze met plezier naar de les komen. Om dat te doen zijn er twee regels. Ten eerste zorg voor rust en orde. Ten tweede wissel je lessen af en maak de leerstof interessant voor je leerlingen. Bij geschiedenis betekende dat: zorg ervoor dat je altijd wat “petite histoire” paraat hebt: leuke echt gebeurde historische details.
Fijne klas
Met de meeste klassen had ik een goede band. Soms waren er weleens “werkklassen” waarbij je voortdurend op je “qui vive” moest zijn, maar over het algemeen was lesgeven een ontspannen bezigheid. Zeker in een 4 VWO klas, die als keuze onderwerp* “Geschiedenis van de symfonische muziek” gekozen had. Fijn, omdat zeker driekwart van de leerlingen van niet-Nederlandse afkomst was en zelden met klassieke muziek in aanraking kwam. Toen de kerst naderde vertelde ik, dat ik het laatste lesuur van het jaar het kerstverhaal voor ze in historisch perspectief zou zetten. Het was het eerste uur na de ochtend pauze.
Kerstlunch
Toen het derde uur voor die pauze was afgelopen, klonk plotseling de stem van de rector op de intercom. Hij wenste alle leerlingen een fijne vakantie en een – als ze het vierden - prettig kerstfeest. Alle verdere lessen vervielen, omdat de docenten met elkaar een kerstlunch gingen gebruiken. Het was ook voor mij een mededeling, die ik niet verwacht had. Op mijn gemak pakte ik mijn spulletjes bij elkaar, ruimde mijn bureau leeg en liep de gang op, waar ik tot mijn verbazing de hele klas zag staan. Verrast vroeg ik: “Hebben jullie niet gehoord, dat er geen les meer is en jullie vrij hebben?” De voorste leerling deed een stap naar voren en zei: “Ja meneer, we weten het, maar we willen het kerstverhaal horen.”
Die les ben ik met tranen in mijn ogen begonnen.
*In de vierde klassen liet ik mijn leerlingen kiezen uit een aantal kunst gerelateerde onderwerpen.