Zeegers mag sociale voorraad opnieuw gaan tellen

17 November 2022, 14:48 uur
Columns
mainImage

De ondeugdelijke, veel te rooskleurige rekenmethode van het aantal sociale huurwoningen van het Rotterdamse gemeentebestuur heeft haar langste tijd gehad. Eind deze maand, zo is de verwachting, komt minister voor volkshuisvesting Hugo de Jonge met zijn lang verwachte definitie van een sociale huurwoning. Een hertelling van het werkelijke aantal sociale huurwoningen zal dan aan de hand van de nieuwe definitie kunnen plaatsvinden.  

Op dit moment beweert wethouder Chantal Zeegers van bouwen en wonen nog steeds - en tegen beter weten in - dat zes op de tien woningen in Rotterdam tot de sociale voorraad behoren. Zij doet dat op basis van de definitie dat elke woning met een huur onder de 763 euro sociaal is.
Voor de woningen van woningcorporaties is dat nog wel te controleren. Het zijn er zo'n 124.000 volgens de corporaties. Beterweter Zeegers telt er 127.000. Soit.

Bij het tellen van de 'sociale' woningen van particuliere, commerciële huisbazen gaat Zeegers uit van schattingen, waarvan de betrouwbaarheid niet deugt. Het gemeentebestuur wordt daar al sinds 2020 op gewezen door ondergetekende. Maar houdt star vast aan op drijfzand gebaseerde veronderstellingen. Particuliere huisbazen, die circa 65.000 - vaak kleine en slecht onderhouden - woningen hebben, hoeven niet te melden hoeveel daarvan voor minder dan 763 euro worden verhuurd. Zeegers rekent ze nagenoeg allemaal tot de categorie sociaal. Dat is dus apenkool. 'Sociaal' - tussen aanhalingstekens - zijn die particuliere huurwoningen sowieso niet te noemen. Dat komt omdat ze niet worden toegewezen aan de doelgroep. En qua comfort zijn ze ook niet sociaal.

De lang verwachte definitie van De Jonge zal het Rotterdamse gemeentebestuur ertoe dwingen om een hertelling te gaan doen van de sociale voorraad in de stad. Nu is het nog zo dat Rotterdam uitdraagt dat 58,1 procent sociaal is. Dat hoge percentage is vooral te 'danken' aan het feit dat er op Zuid zeven focuswijken zijn, die de afgelopen decennia flink zijn verwaarloosd. Grotendeels bestaat de voorraad woningen in die focuswijken uit particulier bezit, dat voor woekerprijzen wordt verhuurd. De nieuwe definitie van de minister zal er normaliter een stokje voor steken om al die woningen van huisjesmelkers in Feijenoord, Bloemhof, Hillesluis, Afrikaanderwijk, Tarwewijk, Oud-Charlois en Carnisse nog langer sociaal te mogen noemen.

Zeegers staat overigens nog een verrassing te wachten als De Jonge zijn definitie van een sociale huurwoning wereldkundig gaat maken. Want ook flexwoningen lijken daar onder te gaan vallen. Deze tijdelijke noodwoningen voor statushouders, gescheiden mannen en studenten, waarvoor plannen bestaan in Nesselande, IJsselmonde, Hoogvliet en Feijenoord, wil de minister naar verwachting gaan meetellen als sociaal. Klopt deze voorspelling? Dan zal Zeegers moeten afstappen van haar in juni ingenomen standpunt dat flexwoningen niet meetellen in het segment sociale huurwoningen.

PS. Er is ook nog een andere, veel simpelere manier om het aantal sociale huurwoningen te tellen. Vraag gewoon even na bij de belastingdienst voor hoeveel woningen verhuurderheffing is betaald. Vermeerder dat aantal met 50 per verhuurderheffingbetaler. En klaar is Kees.


https://dagblad010.nl/Columns/flexwoningen-zijn-niet-gewoon-sociaal-