Het Europese Hof van Justitie buigt zich vrijdag over de vraag tegen welke voorwaarden profvoetballers hun arbeidscontract bij een club eenzijdig kunnen opzeggen. Of een uitspraak net zulke grote gevolgen zal hebben als het zogenoemde Bosman-arrest uit 1995, wordt door deskundigen betwijfeld. Maar clubbestuurders, spelersmakelaars en sportadvocaten zullen vrijdag het nieuws uit Luxemburg met grote interesse volgen.
In 1995 bedong de Belgische voetballer Jean-Marc Bosman bij het Europees Hof dat clubs geen transfersom meer mogen vragen voor voetballers van wie het contract afloopt. Tegelijkertijd werden de beperkingen die er waren voor het aantal buitenlanders uit de EU dat onder contract mag staan bij een club opgeheven. Het leidde tot een veranderde transfermarkt, al speelden clubs op de nieuwe situatie in door spelers voor het einde van het contract te verkopen.
De zaak die nu speelt, draait om het eenzijdig opzeggen van een contract door een voetballer en begon in 2014 toen de Fransman Lassana Diarra vanwege onenigheid met de trainer van Lokomotiv Moskou zijn nog drie jaar lopende contract met de Russische club verbrak. Lokomotiv zegde het contract ook op en eiste op basis van regels van wereldvoetbalbond FIFA een schadevergoeding van 20 miljoen euro. De geschillencommissie van de FIFA halveerde het bedrag.
Onrust
Diarra zag een overstap naar Charleroi - dat bang was op basis van FIFA-regels mee te moeten betalen aan de compensatie - mislopen en eiste bij een regionale rechtbank in België een schadevergoeding van 6 miljoen euro van de FIFA en de Belgische voetbalbond. De zaak ging naar het Europese Hof, waar advocaat-generaal Maciej Szpunar eind april voor onrust bij clubbestuurders zorgde door in zijn advies te stellen dat de transferregels mogelijk in strijd zijn met de Europese wetgeving over het vrije verkeer van werknemers en de mededingingsregels.
"De regels die op het spel staan, zijn heel belangrijk voor transfers. Als die vallen, dan is dat echt een flinke klap voor de transfermarkt", verklaarde Robby Houben, professor sportondernemingsrecht aan de Universiteit Antwerpen, tegenover persbureau Belga. Maar, zo gaf hij aan, heeft een uitspraak wellicht vooral symbolische waarde. "De spelers pikken het niet langer dat de FIFA eenzijdig regels oplegt. Wellicht kan overleg tussen clubs en spelers leiden tot een breed gedragen oplossing, waarbij de FIFA eerder toeschouwer is."
Door: ANP