Bijna de helft van de sportaccommodaties met een energielabel heeft een C-label of lager, stelt het Mulier Instituut voor sportonderzoek. Het gaat om 40 procent van de 550 accommodaties waarvan het energielabel bekend is. Hoewel het sportvastgoed afgelopen jaren duurzamer is geworden, moeten "nog grote stappen gezet worden" om te voldoen aan gemaakte klimaatafspraken, zegt het instituut.

Het energie- en gasverbruik van sportclubs daalde de afgelopen jaren, maar dat lijkt volgens het Mulier Instituut "voor een belangrijk deel" het gevolg van de sluitingen van accommodaties in coronatijd. Het gebruik van sportaccommodaties is in 2021 en 2022 afgenomen vergeleken met de tijd voor de pandemie. Na de sluitingen in coronatijd is het gebruik maar "beperkt teruggeveerd".

Of het gaat lukken om te voldoen aan afspraken over duurzaamheid van sportaccommodaties is volgens het instituut nog maar de vraag "met de huidige energiecrisis en de financiële positie van gemeenten en sportaanbieders, mede door de coronaperiode". Financieel hebben sportclubs het sowieso zwaar dit jaar. Dat komt volgens het Mulier Instituut door de stijging van personeelskosten, toegenomen kosten voor energie en de daling van het gebruik van sportaccommodaties. Vorige week meldde de stichting Register van Verenigingsbestuurders (RVVB) al dat ruim een kwart van de amateursportclubs in Nederland overweegt komende winter de accommodatie deels of helemaal te sluiten vanwege de hoge energiekosten.

Het energielabel geeft aan hoe energiezuinig een gebouw is. Energielabel A++++ betekent dat het pand heel zuinig is, energielabel G wil bijvoorbeeld zeggen dat warmte zeer gemakkelijk uit het gebouw weglekt.