Het plan van het kabinet om over een paar weken ook in Nederland grenscontroles in te voeren, heeft in de provincies en grensregio's tot verzet geleid. De D66-fracties in onder meer Groningen, Overijssel, Limburg en Zeeland noemen controles aan de grenzen met België en Duitsland "een schadelijke ontwikkeling", "volstrekt onwenselijk" en "een schijnoplossing". Ze hebben hun provinciale colleges gevraagd zich bij het Rijk uit te spreken tegen dit plan.

De vereniging van Europese grensregio's, de AEBR, heeft dat deze week al gedaan op het jaarcongres in Noorwegen. Het bestuur van de vereniging nam een resolutie aan waarin staat dat open grenzen "essentieel zijn voor de ontwikkeling van grensregio's en de versterking van Europese integratie". De AEBR roept op "terughoudend" te zijn met grenscontroles en dit alleen als "laatste redmiddel" in te zetten. De vereniging heeft ruim honderd leden, waaronder diverse Nederlandse provincies en regionale samenwerkingsverbanden in de grensgebieden met België en Duitsland.

De Duitse regering besloot vorige maand al grenscontroles in te voeren en ook Frankrijk heeft plannen om dit te doen, om illegale immigratie tegen te gaan.

De controles aan de Nederlands-Duitse grens zorgen regelmatig voor vertraging en files. Bij de grensovergang op de A1 bij De Lutte in Overijssel vond in de file al twee keer een dodelijk ongeval plaats. De Overijsselse gedeputeerde Martijn Dadema (mobiliteit, GroenLinks) noemde begin deze maand de grenscontroles "helaas een stapje terug". Volgens Dadema is en blijft "een grens zonder barrières" het streven.

Premier Dick Schoof verwijst naar artikel 25 van de Schengengrenscode als argument voor de grenscontroles, die eind november moeten beginnen. In dat artikel staat dat landen bij uitzondering toezicht mogen instellen aan hun grenzen als sprake is van ernstige bedreiging van de openbare orde of binnenlandse veiligheid.