Van der Burg dringt er in zijn brief ook op aan dat de 16.000 statushouders die nu nog in een asielopvang verblijven, zo "spoedig mogelijk", maar "uiterlijk voor het einde van 2023" een woning moeten krijgen.

Voorafgaand aan de ministerraad zei Van der Burg dat het niet om "een noodoproep" gaat zoals hij twee weken geleden deed. "Nu is het echt een oproep voor de komende maanden", aldus de staatssecretaris. Of de spreidingswet, een wet die ervoor moet zorgen dat asielzoekers eerlijk over het land worden verdeeld, er wel of niet komt, maakt volgens hem voor deze oproep niet uit. "Als de wet door de Tweede en Eerste Kamer komt, heeft hij op zijn vroegst eind volgend jaar effect".

Om de 16.000 statushouders te huisvesten heeft de bewindsman niet per provincie aangewezen hoeveel woningen er moeten komen, omdat dit al bepaald is in de zogenoemde "taakstelling". Dat betekent dat elk half jaar op basis van de groottes van gemeentes wordt bepaald voor hoeveel statushouders zij een huis moeten regelen. Volgens Van der Burg houden genoeg gemeenten zich hier aan, "maar er zijn ook een flink aantal gemeentes die echt een tandje bij moeten zetten".

Van der Burg denkt overigens dat het deze week "goed" zou moeten gaan in Ter Apel, maar benadrukt ook dat hij deze brief "niet voor niets" heeft gestuurd.