De Rotterdamse fractie van de VVD begint zich langzaam maar zeker te ergeren aan de gênante wijze waarop het Havenbedrijf een nieuwe baas uitkiest. Volgens raadslid Dieke van Groningen lijkt alleen het salaris van belang en niet de kennis van zaken.

De VVD wil duidelijkheid: de juiste persoon op de juiste plek. En tempo. De aanstelling van een tijdelijke CEO vindt men – bezien in het licht van de achterliggende reden - eigenlijk een lachertje

‘’De Rotterdamse haven is de trots van onze stad en ons land. De bedrijven in de haven zijn zorgen voor duizenden banen en die hebben een enorme impact op de economie van ons land. Het havenbedrijf is cruciaal in het functioneren van de haven en in de wereldwijde positie. De beoogde CEO moet dus kunnen acteren in een complex, zwaar concurrerend internationaal krachtenveld. Bovendien moet de beoogde CEO leiding kunnen geven aan één van de belangrijkste duurzaamheids- en energietransities in Nederland, namelijk de transitie van ons industriële complex. Dit vraagt ons inziens dan ook om een stevige CEO met kennis van de industriële en maritieme sector, die het internationale krachtenveld begrijpt. Helaas gaat de discussie tot op heden alleen over het salaris’’, schrijft Van Groningen verwijtend aan havenwethouder Simons, van wie ze in elk geval antwoord verwacht op de vraag met hoeveel personen er inmiddels concreet gesproken is over de functie CEO van het havenbedrijf en hoeveel kandidaten er nog in de pijplijn zitten?

Boudewijn Siemons wordt per 15 juli 2023 interim CEO van het Rotterdamse Havenbedrijf als (tijdelijk) opvolger van Allard Castelein, die deze zomer na bijna tien jaar afscheid neemt. Siemons voert de directie samen met Vivienne de Leeuw (CFO). Haar termijn is met vier jaar verlengd.