Het schiet niet op met de realisatie van geschikte woningen voor ouderen. De Rotterdamse Rekenkamer constateert onzekerheid over het volume zowel in de sociale sector als in het middensegment.

Het huidige stadsbestuur wil tot en met 2030 in totaal 8400 woningen realiseren in het sociale segment en 12.600 in het middensegment. Daarvoor zijn afspraken gemaakt met andere partijen, zoals woningcorporaties. Maar volgens de Rekenkamer is niet vastgelegd hoeveel van deze woningen voor ouderen bestemd zijn.

Het stadsbestuur wil stadsbreed tussenvoorzieningen realiseren om zo het gat tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis te dichten. Hiervoor zijn prestatieafspraken gemaakt met woningcorporaties, maar die zijn niet concreet. ‘’De gemeente vertrouwt erop dat zorg- en welzijnsorganisaties zelf afspraken maken over de onderlinge taakverdeling in de vormgeving van deze ouderenhubs. Dit is voor deze partijen niet zo eenvoudig, omdat zij concurrenten van elkaar zijn’’, aldus de Rekenkamer.

‘’De gemeente laat de verbetering van samenwerking tussen het medische en sociaal domein op wijkniveau vooral over aan de regionale huisartsencoalitie. Het stadsbestuur voert daarbij te weinig regie op de samenwerking.’’

Dat probleem is niet van vandaag of gisteren. De gemeente heeft vanaf 2003 meerdere keren tevergeefs geprobeerd om concepten te realiseren die vergelijkbaar zijn met ouderenhubs: namelijk woonzorgzones en woonservicegebieden. Maar het huidige college heeft zich niet verdiept in de vraag waardoor dit tot nu toe niet is gelukt.