‘’Deelt de burgemeester de mening dat alle demonstranten, ongeacht de aard van de demonstratie, dezelfde rechten moeten genieten en dat de politie deze rechten dient te beschermen?’’

De vraag van het Rotterdamse D66-raadslid Ingrid van Wifferen aan Aboutaleb heeft betrekking op een – volgens haar - meewerkende, onbewapende en niet-vluchtende demonstrant van klimaat-groepering Extinction Rebellion die op 5 september jl. bij het Global Centre for Adaptation door de politie in een nekklem werd gezet, vervolgens door meerdere agenten tegen de grond gewerkt werd en vervolgens geboeid en aangehouden is.

De arrestatie was volgens eigen zeggen van de politie op grond van het bezit van illegaal vuurwerk. ‘’Wat de demonstrant niet bij zich had en wat de inzet van geweld op zijn minst buitenproportioneel lijkt te maken’’, aldus Van Wifferen, die in haar brief meteen een contrasterend beeld schetst van juli jl. toen een boerenprotest plaats vonden op de Coolsingel en er geen arrestaties werden verricht. Met andere woorden: leg mij het verschil eens uit. 

In 2018 heeft de Nationale Ombudsman een onderzoek gedaan naar het demonstratierecht ‘’en één van de conclusies was dat overheden neigen naar risicomijdend gedrag, wat het faciliteren van het demonstratierecht in de weg kan staan en daarom afbreuk doet aan de kern van dit recht’’, aldus het D66-raadslid, die van burgemeester Aboutaleb toegelicht wil krijgen op basis van welke concrete afwegingen de politie besluit om een vreedzame demonstrant gewelddadig aan te houden, wanneer deze geen aantoonbare strafbare feiten heeft gepleegd of dreigt te plegen?

Wat D66 niet weet is dat de klimaatrebellen van het Groenlinkse Extinction in politiekringen overigens bekend staan als 'vervelia'', die juist door provicaties uit zijn op maatregelen die de politie in verlegenheid kunnen brengen.