De onmogelijkheden van een 010-coalitie

19 April 2018, 15:18 uur
Politiek
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

De moeilijkheid voor het formeren van een meerderheidscoalitie in Rotterdam is door het verkennersduo Jos van der Vegt en Derk Loorbach samengevat in het eindrapport, dat vandaag aan burgemeester Aboutaleb is overhandigd. Alle partijen hebben hun voorkeursvariant voor een coalitie aan de verkenners voorgelegd, maar in geen van de gespreksronden kwam een door een meerderheid van partijen gedragen coalitievariant naar voren. De letterlijke tekst van die moeilijkheidsgraad luidt:

1. LR, VVD, CDA en een van de partijen D66, PvdA of GL (23 of 24 zetels).
Dit is de voorkeursvariant van LR waarbij ze aangeven dat deze bij 23 zetels met CU/SGP of 50PLUS zou kunnen worden aangevuld. De CU/SGP en 50PLUS hebben aangegeven open te staan voor een gesprek over (deelname en/of steun aan deze combinatie). VVD en CDA hebben een (eerste) voorkeur uitgesproken voor deelname aan deze combinatie. Complicerend voor het (verder) kunnen bespreken van deze variant waren de blokkades die D66, GL en PvdA formuleren om met LR in gesprek te gaan over deze variant. Na aandringen van de VVD hebben verschillende gesprekken tussen GL/D66/PvdA en LR niet tot de gewenste openingen geleid. Ook bleek dat voor veel partijen deze variant niet representatief voor de verkiezingsuitslag werd geacht.

2. LR, VVD, D66, GL en PvdA (31 zetels).
Door de VVD is bepleit een breed samengestelde coalitie te vormen die rechts en links verbindt en samengesteld zou moeten worden uit vier of vijf van de grote partijen. Een dergelijke coalitie doet naar de mening van de VVD recht aan de verkiezingsuitslag, zorgt voor een doorbraak in de gepolariseerde gemeentelijke politiek en legt een basis voor een slagvaardig en daadkrachtig bestuur. Naast een grote stadscoalitie van vijf partijen zou dit een combinatie kunnen zijn tussen LR, VVD, GL en D66 en/of PvdA (26 zetels). Deze bleek voor de progressieve partijen niet wenselijk of bespreekbaar in deze fase. Een andere variant hierop ( LR, D66, GL en PvdA/26 zetels) is genoemd als mogelijke coalitie. Hiervan is zowel door de VVD, als door D66, GL en PvdA, aangegeven dat dit niet de voorkeur heeft. Uiteindelijk bleken vooralsnog alle varianten van deze coalitie voor een of meer partijen geen serieuze optie tot vervolgonderzoek in deze fase.

3. D66, GL, PvdA, VVD, CDA en NIDA (24 zetels).
Door NIDA is deze combinatie als meest haalbaar en gewenst naar voren gebracht en kon rekenen op steun van tenminste de PvdA. De VVD heeft aangegeven geen zitting te willen nemen in deze combinatie (zie ook vorige punt voor wat betreft argumentatie van de VVD). Voor NIDA was de combinatie VVD, D66, GL, PvdA, NIDA en SP de meer gewenste maar minder haalbare. Voor de VVD zou dit pas een optie zijn na gesprekken tussen LR en GL/D66/PvdA, waarmee deze optie niet haalbaar bleek.

4. D66, GL, PvdA, VVD, CDA aan te vullen met een partij (minimaal 23 zetels).
Uit de individuele gesprekken van ons met partijen en het groepsgesprek met partijen in deze mogelijke combinatie is gebleken dat D66, GL, PvdA deze combinatie zouden willen steunen. Door partijen in deze beoogd zesde partij in deze combinatie wordt de CU/SGP genoemd. De CU/SGP heeft aangegeven voor deze coalitievariant, maar niet bij uitsluiting, open te staan. Het CDA was bereid (al dan niet gezamenlijk met CU/SGP) aan tafel te komen, maar ook hiertegen golden de bezwaren van de VVD zoals vermeld onder vorige punt.

5. D66, GL, PvdA, VVD en DENK (24 zetels).
Door DENK is aangegeven dat zij bestuursverantwoordelijkheid willen nemen, en dat deze combinatie wat hen betreft het meest recht doet aan de verkiezingsuitslag. DENK stelt dat in deze combinatie ook een achterban die zich tot op heden niet vertegenwoordigd voelt in het gemeentebestuur bij het gemeentebestuur wordt betrokken. De PvdA gaf aan dat een coalitie met DENK op dit moment niet haalbaar was. De andere beoogd samenwerkingspartners gaven aan dat deze variant niet hun eerste voorkeur heeft. Bovendien lag hiertegen ook het bezwaar van de VVD zoals vermeld onder optie 3.

6. D66, GL en PvdA (kerncollege) met PvdD, 50PLUS, DENK, SP en NIDA als samenwerkingspartners (25 zetels).
Voor de PvdA is een kerncollege (bestaande uit D66, GL en PvdA) aangevuld met samenwerkingspartners PvdD, 50PLUS, DENK, SP en NIDA mogelijk een doorbraak in de patstelling in c.q. invulling van bestuurlijke vernieuwing. Verkent is de mogelijkheid dat D66, GL, PvdA vanuit de inhoud een links progressief programma zouden opbouwen en daarvoor meerderheidssteun zouden verwerven. Dit voorstel kon niet rekenen op voldoende steun vanwege twijfels over stabiliteit en representativiteit.

7. Een afspiegelingscollege.
Door 50PLUS is een afspiegelingscollege voorgesteld, ook de PvdA noemt een afspiegelingscollege als mogelijkheid. Door 50PLUS is een variant benoemd die uitgaat van deelname aan een afspiegelingscollege van alle partijen met 4 zetels of meer. De andere variant, een afspiegelingscollege met wethouderszetels naar rato van het aantal raadszetels is een tweede variant. Een afspiegelingscollege, zo wordt gesteld, zou recht doen aan de verkiezingsuitslag en de complexe verhouding in deze raad. Het merendeel van de partijen is (vooralsnog) geen voorstander van beide varianten van een afspiegelingscollege. Daarbij wordt aangegeven dat in de huidige context en (aangescherpte) onderlinge verhoudingen dit voor veel partijen een brug te ver is, zowel vanuit de noodzaak tot solide en stevig bestuur als een twijfel aan de mogelijkheden tot zakelijke samenwerking in een dergelijke constellatie.