De Rotterdamse raadsleden Larissa Vlieger en Mina Morkoç – beiden van GroenLinks -  willen dat de gemeente Rotterdam zich uit spreekt tegen onderdrukking van de Iraanse bevolking. Bovendien vragen zij activisten in Rotterdam bescherming te bieden naar aanleiding van de dood van een 22-jarige vrouw die recentelijk heeft geleid tot mensenrechtenschending in Iran.

De dood van de Iraans-Koerdische Jina (Mahsa) Amini heeft in Iran, en in de rest van de wereld, een golf van protesten ontketend. Bij deze protesten zijn tientallen mensen om het leven gekomen en nog veel meer gewonden gevallen. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International roepen internationale overheden op solidair te zijn met de Iraanse bevolkingen en GroenLinks legt deze oproep nu lokaal voor aan het stadsbestuur van Rotterdam. 

Vlieger: ‘’Vrijheid en gelijkheid, deze waardes moet we in Rotterdam blijven uitdragen. Daarom is het belangrijk dat we ons uitspreken tegen het onrecht dat gaande is en dit duidelijk maken aan de rest van de wereld. De demonstranten moeten zich gesteund voelen en Rotterdam moet dit uitdragen.’’ 

Rotterdam kan door middel van zogeheten ‘stadsdiplomatie’ internationaal onrecht aankaarten, weet het tweetal. GroenLinks vraagt of Rotterdam bereid is dit te doen en of de gemeente door middel van internationale overleggen gehoor kan geven aan de Iraanse bevolking en mensen die opkomen voor hun rechten en vrijheden kan beschermen.

Morkoç: ‘’Als wereldstad moet Rotterdam klaar staan om zich uit te spreken tegen de schending van mensenrechten en voor het beschermen van de vrijheid van Iraanse en Koerdische vrouwen. Laat als stad zien dat wij achter hen staan. Zan, zendegi, azadi. (vrouw, leven, vrijheid).’’