Ruud van der Velden, de fractievoorzitter van de Rotterdamse Partij voor de Dieren, vindt het vreemd dat er sinds 23 april van dit jaar geen openbare bijeenkomst van het Q-team1 voor Feyenoord City (welstandskamer van de Commissie voor Welstand en Monumenten) meer heeft plaatsgevonden en ook de laatst geplande (van 15 oktober) is vervallen. Hij heeft over zijn bevreemding een brief gestuurd naar wethouder Van Gils en meteen 27 vragen gesteld, omdat het rond het nieuwe Feyenoord-stadion wel erg stil is vanwege de gestegen bouwkosten.

Van der Velden vermoedt een samenhang tussen die stilte bij het Q-team – dat met instructies het ontwerp van het nieuwe stadion moet borgen – en de mededeling van de directeur van Nieuw Stadion B.V. aan de Raad dat er aanpassingen aan het ontwerp (en daarmee mogelijk ook de kwaliteit) noodzakelijk zijn in verband met overschrijding van de bouwkosten.

Het brengt de fractie van de PvdD op de vraag welke aanpassingen aan het ontwerp van het nieuwe stadion er inmiddels zijn doorgevoerd in vergelijking met het ontwerp bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. En gelijk daar achteraan wil Van der Velden weten of deze ingediende aanvraag omgevingsvergunning nog wel rechtsgeldig c.q. valide is na de doorvoering van de aanpassingen. Hoeveel mag een aangepast ontwerp afwijken van de basisgedachte?

‘’Het ontwerp van het stadion is deels bepalend voor de business case, omdat keuzes over zowel de architectonische uitstraling van het gebouw als inpandige voorzieningen en faciliteiten ertoe leiden dat mensen naar het stadion willen komen, hun geld er willen uitgeven of de stadiontour willen afnemen’’, aldus Van der Velden, die zich dus afvraagt of aanpassingen aan het ontwerp van het nieuwe stadion meegenomen worden in de herijking van de business case en wat daar de gevolgen van zijn?