De Klantenraad Woonstad Rotterdam is er niet in geslaagd de prestatieafspraken, die in december werden gemaakt tussen de gemeente en woningcorporatie Woonstad Rotterdam, ongedaan te maken.
De huurdersorganisatie van Rotterdams grootste corporatie had in januari een protest over die omstreden afspraken ingediend bij de - voluit - adviescommissie geschilbeslechting prestatieafspraken Woningwet. De commissie verklaarde de Klantenraad echter niet-ontvankelijk. Dat betekent dat het de huurdersorganisatie niet is gelukt om de prestatieafspraken ongeldig te maken. Als reden verklaart minister De Jonge, die het advies een-op-een heeft overgenomen, dat het protest van de Klantenraad zich richt op de Woonvisie van de gemeente. En dus niet op de prestatieafspraken zelf.
De Klantenraad tekende protest aan tegen de prestatieafspraken, omdat de gemeente daarin een te rooskleurig beeld schetst van de hoeveelheid betaalbare woningen in de stad. Of zoals De Jonge het omschrijft: “De kern van het geschil is de meting van de omvang van de sociale huurwoningvoorraad in Rotterdam in relatie tot de doelen in de vastgestelde Woonvisie, waardoor volgens de Klantenraad Woonstad de omvang van de sociale voorraad verder krimpt”.