Het Openbaar Ministerie zet de werkwijze persoonsgericht preventief fouilleren minderjarigen onverminderd door. Dat heeft burgemeester Aboutaleb laten weten aan de gemeenteraad van Rotterdam naar aanleiding van vragen van de Rotterdamse fractie van  D66, die zich altijd kritisch opstelt tegenover politie en OM.

Het leidende argument voor het besluit van het OM is – aldus Aboutaleb - dat het persoonsgericht fouilleren is ingesteld naar aanleiding van een actueel incident met betrekking tot messenbezit. Het OM vindt dus de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag in het kader van het eerdere (gestaakte) pilotprogramma VRS niet van toepassing op de werkwijze van het persoonsgericht fouilleren.

Ook in de uitvoering zijn deze twee werkwijzen verschillend. Bij de gestaakte pilot kon de aangewezen persoon te allen tijde worden gefouilleerd door de politie. Bij de werkwijze persoonsgericht fouilleren minderjarigen wordt een aangewezen persoon enkel gefouilleerd als daar op straat directe aanleiding voor is.

Minderjarigen kunnen na aanwijzing door de officier van justitie voor de duur van 6 maanden op een namenlijst kunnen worden geplaatst voor persoonsgerichte preventieve fouillering.