De Rotterdamse fractie van de Partij van de Arbeid zou graag serieus onderzocht hebben of er een samenwerkingsverband mogelijk is tussen Rotterdam en een stad in Bosnië-Herzegovina om op die manier bij te kunnen dragen aan het versterken van democratische instituties in dat land. Het stadsbestuur van Rotterdam zou hiermee volgens raadslid Co Engberts ''leiderschap tonen'', zeker als het daarnaast óók bereid is een dialoog te starten met de Bosnische gemeenschap in Rotterdam.
‘’Bosnië-Herzegovina is één van de landen waar de huidige stabiliteitsstructuur onder druk staat’’, motiveert Engberts zijn verzoek.
Hij legt uit: ‘’Op 14 december 1995 is het Verdrag van Dayton getekend. Dit verdrag deelt het land op in twee entiteiten: de Federatie van Bosnië-Herzegovina en de Servische deelrepubliek. Om uiting te geven aan de fragiele diversiteit in het land kent het dus ook drie staatshoofden die ieder een deel van de bevolking vertegenwoordigen. De Servische vertegenwoordiger kiest de afgelopen tijd van confrontatie en dat maakt, heel begrijpelijk, veel los bij Bosnische mensen. Maar ook Rotterdam kent een actieve Bosnische gemeenschap waar deze zorgen leven.’’
Op 16 december vorig jaar is op initiatief van voormalig PvdA-raadslid Steven Lammering in de gemeenteraad de motie ‘Internationale Solidariteit’ aangenomen. Engberts wil nu testen of zijn actuele initiatief past bij de eerdere overweging van zijn voormalige fractiegenoot en ook of het stadsbestuur dat met leiderschap wil bekronen. Met andere woorden: er is werk aan de winkel. Te beginnen met het omarmen van de Bosnische gemeenschap in Rotterdam, die de toestand in Bosnië-Herzegovina angstvallig volgt. Daarna zou een samenwerkingsverband overwogen moeten kunnen worden.