Rotterdamse horecaondernemers blijven het risico lopen dat hun zaak op last van de burgemeester (soms maandenlang) wordt gesloten, ook als ze buiten hun schuld slachtoffer zijn van criminele activiteiten. Het zijn besluiten die genomen worden in het belang van de openbare orde en veiligheid ''en dan vindt er dus een andere afweging plaats dan de schuldvraag van betrokkenen’’, aldus burgemeester Aboutaleb in antwoord op vragen van VVD-raadslid Van Groningen. ‘’Hoe schrijnend ook, maar vaak is aan de voorkant niet met zekerheid te zeggen of een ondernemer een rol heeft bij eventuele criminele activiteiten.’’

Van Groningen vroeg om die uitleg naar aanleiding van de sluiting van afhaalrestaurant Ambala, waarvan de eigenaar gedurende een lange periode bedreigd werd en afgeperst. Hij weigerde om 10.000 euro te betalen aan criminelen, met het beschieten van zijn onderneming als gevolg.

Enerzijds wilde de fractie van de VVD met de brief aan Aboutaleb blijven opkomen voor ondernemers die buiten hun schuld om slachtoffer worden van criminelen en daarmee hun kwestbaarheid aantonen, anderzijds wilde raadslid Van Groningen voorkomen dat in een tijd van stijgende energiekosten, personeelstekorten en andere lasten de financiële druk voor eigenaren na sluiting zó zou toenemen dat zij inderdaad vatbaar worden voor crimineel geld.

Aboutaleb: ‘’Met het sluiten van een pand of horeca-inrichting wordt het herstel van de openbare orde en rust voor de directe omgeving beoogd. Een ander doel is het voorkomen van een volgend incident. ‘’