De Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR), die voor Rotterdam en andere gemeenten specialistisch jeugdhulp inkoopt, zet in op het boekhoudkundig besparen van zorg. In de praktijk betekent dit dat iedere bespaarde euro tot gevolg heeft dat een kwetsbaar kind niet, of niet tijdig geholpen wordt. ‘’Er wordt dus niet begroot op de daadwerkelijke kosten die nodig zijn, maar op het besparen van kosten’’, vindt Leefbaar-raadslid Tanya Hoogwerf, die het al drie-en-een-half met de Rotterdamse wethouder Bokhove aan de stok heeft over de falende jeugdzorg.

‘’Er verdwijnt door het hele proces van aanbesteden met juridische procedures veel kostbare tijd en geld naar bureaucratische processen. Dus kunnen die middelen vervolgens niet besteed worden aan de daadwerkelijke zorg. Zorgmedewerkers zijn door de marktwerking in de jeugdzorg en de Europese aanbestedingen gedwongen om offertes te schrijven, in plaats van jongens en meisjes met een eetstoornis, depressie of suïcidegevoelens te helpen.’’

Hoogwerf is van mening dat kostbare menskracht en geld verloren gaat aan de regels en registratiedwang van de overheid. ‘’De regeldrift, hoge administratieve lasten en het vele papierwerk zijn de grootste ergernissen van de jeugdhulpverleners.’’ Ze noemt het aanbestedingsproces een farce. Er wordt in haar ogen slecht begroot en de financiën zijn niet op orde.

Dit structureel onvermogen van de GRJR leidt er ook toe, vindt de op dit onderwerp gespecialiseerde Tanya Hoogwerf, dat andere gemeenten steeds minder bereid zijn om mee te doen aan de gemeenschappelijke regelingen. ‘’Denk aan de waterweggemeenten (Vlaardingen, Maasluis en Schiedam), maar ook in andere gemeenten klinkt kritiek zoals Barendrecht en Capelle aan den IJssel. Hierbij lopen zorgverleners het risico dat gemeentes weer opnieuw apart gaan inkopen, met alle financiële en administratieve gevolgen van dien.’’

Hoogwerf: ‘’Ik ben benieuwd hoe wethouder Bokhove gaat voorkomen dat andere gemeenten de GRJR gaan verlaten en de financiële en administratieve gevolgen voor Rotterdam zo klein mogelijk te houdt?’’