De opvatting van wethouder Chantal Zeegers dat tien procent van de particuliere huurvoorraad in Rotterdam sociaal zou zijn, hangt als los zand aan elkaar. Dan wel: er valt wat op af te dingen.

In de conceptversie van haar nieuwe Woonvisie beweert  de D66-wethouder dat in Rotterdam particuliere verhuurders en andere huisjesmelkers 31.000 woningen verhuren voor minder dan 808 euro per maand. Dat is de sociale huurgrens.  

In het concept van haar Woonvisie schrijft Zeegers dat zij inschat dat de potentiële omvang van de particuliere sociale huurvoorraad circa 10% van alle woningen in Rotterdam is.  

Woordvoerder Clarisse Buma van de gemeente legt uit: "De genoemde 10% in de Woonvisie is een inschatting op basis van de systematiek van de online huurprijscalculator. Het is nadrukkelijk géén optelling van projectinformatie en er ligt ook géén database met huurprijzen aan ten grondslag (deze bestaat niet voor de totale particuliere huurmarkt)".

Op huurprijscalculator.rotterdam.nl kan elk willekeurig woonadres in Rotterdam worden ingetikt om te zien op welk bedrag de gemeente de maximale huurprijs van de woning schat. De inschatting van Zeegers dat Rotterdam 31.000 particuliere sociale huurwoningen heeft, is dus gebaseerd op een rekenmachientje dat zelf ook inschattingen maakt.

De gemeentelijke uitleg nodigt uit tot 'woonvisieën' aan de hand van de volgende vraag van Dagblad010: "Op basis van de systematiek van die online huurprijscalculator vallen de woningen in bijvoorbeeld de Startmotor en Our Domain met een huur onder de 808 euro in de categorie sociaal. Op basis van de definitie van een sociale huurwoning uit het Woonakkoord is dat echter niet het geval. Waarom wordt die definitie uit het Woonakkoord niet gehanteerd voor het berekenen van de omvang van de sociale particuliere voorraad?

Woordvoerder Buma antwoordt: "Particulier sociaal is een inschatting. Aangezien we over de gehele voorraad uitspraken willen doen, kan dat niet anders. Er is geen huurregister; iets waar we wel voor lobbyen. We spreken in de Woonvisie ook nadrukkelijk over ‘potentieel sociaal’."

Er zijn dus nogal wat onzekerheden.

Buma vervolgt: "Om de woningen daadwerkelijk als sociaal te kunnen tellen, volgens het Woonakkoord en de landelijke regels, moet a) de exacte prijs bekend zijn en b) toewijzing aan de doelgroep zijn geregeld. Zoals gezegd, weten we het eerste nog niet. Onze hoop is gevestigd op een (toekomstig) landelijk huurregister. Dat maakt ook handhaving een stuk eenvoudiger. En voor het tweede is aanpassing nodig van de Verordening woonruimtebemiddeling. Die aanpassing zou per 1 januari 2025 kunnen ingaan (mits er regionale overeenstemming over is)".

De Rekenkamer van de gemeente Rotterdam vindt het maar niks dat Zeegers de door haar becijferde 31.000 woningen in de particuliere huurvoorraad het predicaat sociaal heeft gegeven. September vorig jaar ontraadde de Rekenkamer de wethouder om de (vermeend) goedkope huurwoningen van huisjesmelkers op te tellen bij de daadwerkelijk sociale voorraad. Daadwerkelijk gaat het om 121.163 goedkope woningen, verhuurd door de elf Rotterdamse woningcorporaties. De aanbeveling van de Rekenkamer heeft de wethouder niet overgenomen in haar concept Woonvisie.

Zie ook: https://dagblad010.nl/Politiek/er-zijn-niet-127000-maar-121000-sociale-huurwoningen-in-rotterdam-