Wie het rijke 70-jarige verleden van het CHIO achter zich laat, dieper de geschiedenis indaalt om daar, bijna in de middeleeuwen, kennis te kunnen maken met de protocollaire woordkeuze over de nobele rijkunst van het edele paard en ook eens wil weten wanneer inwoners van Rotterdam er in de pers voor ’t eerst op geattendeerd worden komt in de archieven terecht in april 1882.
Het is de eerste (nu digitaal vastgelegde) publicatie voor Rotterdamse lezers over een Concours Hippique. Locatie: Palais de l’Industrie te Parijs. De Franse correspondent van Het Rotterdamsch Nieuwsblad vertelt hoe de Parijzenaren hun zondag doorbrengen.
En dan komt de zin: ‘Het was een lust door de Champs Elysées te wandelen en de bonte menigte gade te slaan die zich naar de wedrennen te Longchamps of naar het Concours Hippique begaf. Een zekere eigenaardigheid deed zich tevens opmerken: het was Palmzondag en bijna alle rijtuigen en paarden waren versierd met palmtakjes, ja sommige four in hands (rijtuigen bespannen met vier paarden) droegen zelfs kolossale bouquetten.’
Mooi klassiek taalgebruik, 1882.
Bij het eerste lustrum van het CHIO in 1952 schreef De Telegraaf: ‘we keken naar de befaamde Cadre Noir van de Franse cavalerie rijschool te Saumur. Twee avonden van feestelijk hippisch genot. Ook door het joyeuze optreden van de Mariniers Kapel te midden van de stijlvolle versiering van de rijbaan met de Franse driekleur en een schat aan vlammend-rode gladiolen – dat feestelijk karakter vond zijn bron in de vreugde der rijkunst.
Een zin waarmee je 75 jaar geleden mee thuis kon kijken. Maar er kwam geen wedstrijdverslag aan te pas.
Mijn bedrijf Maasmond heeft al sinds de overkapping van De Kuip in 1994 een businessunit, dus ken ik de vreugde en de sfeer van voetbalstadions, maar ook de exclusieve van een Concours Hippique.
En ja, er zijn etikettenverschillen.
Ja, ook in taalgebruik. Verder in vorm, in kledij, in schoeisel, ook in humor, want het CHIO houdt bijvoorbeeld al 70 jaar de traditie van een protocolcommissie overeind.
Huh?
Ja. Een instituut op zichzelf.
Een staat in de staat.
Zoals ook de stallingmedewerkers dat zijn, de vlaggers, de eigen fotografen en de prijzenpoezen, allemaal eigen Koninkrijkjes. Maar dat is juist de charme.
En wat doet de protocolcommissie?
Dat is zó geheim dat zelfs het CHIO-bestuur het niet precies weet.
Ook nog even nieuwsgierig gekeken hoe vaak de arbeiderskrant Het Vrije Volk, in de vijftiger jaren de grootste krant van Nederland (en de bekendste in Rotterdam), aandacht aan het CHIO besteedde? Weinig.
Per jaar af en toe een in lengte afgepast berichtje met de mededeling dat het concours in aantocht was. De chique van de paardensport was duidelijk niet hun cup of tea.
Eén keer is er een humoristische uitzondering. In 1956 meldt het HVV dat de begroting van het CHIO gered is omdat de jaarlijkse veefokdag van Dordrecht naar Rotterdam is verplaatst. In Dordt werd die dag gehouden in samenwerking met de Provinciale Bond van Rundveefokverenigingen, in Rotterdam met het CHIO.
Een win-win.
Want B&W spijkerde toen onmiddellijk 10.000 gulden bij.
Leuke tijden.
Richard Jongste is oud-bestuurslid van het CHIO, bestuurslid VNO-NCW en directeur-eigenaar van Maasmond.
CHIO: taalgebruik, protocol en de veefokdag (1956)
21 June 2018, 00:38 uur
Columns