Het is koddig om te zien. De voetballer die scoort en in een staat van vergevorderde krankzinnigheid achter het zojuist gepenetreerde doel langs loopt. Zijn shirtje uittrekt. Weet dat dit hem een gele kaart oplevert. Maar dat interesseert hem geen reet, want het was zijn eerste doelpunt in tien jaar. Of de winnende die middag. Of de mooiste van zijn leven. Of, you name it, maar hij trekt zijn shirtje dus uit. En zwaait er boven zijn hoofd mee naar de hem uitbundig toeschreeuwende fans. Zo’n goeie hebben zij namelijk nog nooit gehad.
Koddig is vooral hoe hij er in zijn halve bovenblootje uitziet. Nee, niet dat behang aan tattoos, tot in de nek en waarschijnlijk, hoewel dat moeilijk te zien is, de bilnaad. Ook zijn washboard, of zo u wilt sixpack, is niet de primaire aandachttrekker. Het is zijn zwarte bh’tje. Mocht u er redelijk opgewonden van raken en in de veronderstelling verkeren dat het dragen van zo’n kledingstuk bedoeld is om de erotiek op de voetbalvelden te verhogen, dan moet ik u teleurstellen. Het zwarte, strakke, elastische bh’tje is niet meer dan een opschrijfboekje.
In dat ding zit namelijk elektronische apparatuur die gegevens verzamelt. Uiteraard heel klein en weinig tot niets wegend. Maar wel voldoende om te registreren hoe het hart en de longen van de voetballer zich gedragen. Hoeveel meter hij loopt. Hoe lang zijn sprints zijn. Hoe hoog hij springt, zowel in het eigen als het vijandelijke strafschopgebied. Of zijn rechterschouder en linkerelleboog gedurende een dribbel van minimaal vijf meter wel in de juiste meetkundige verhouding tot elkaar bewegen. Wat hij de vorige dag heeft gegeten. Of zijn notenallergie tijdens een tackle niet te veel opspeelt. Hoe vaak hij het afgelopen etmaal in zijn neus heeft gepeuterd, en met welke vinger het vaakst. Of hij tijdens de wedstrijd niet wordt afgeleid door spannende gedachten aan zijn vriend of vriendin. En nog zo’n 6.834 vragen waarop de wetenschap van de moderne gerobotiseerde voetballende IronMan het antwoord wil weten.
De elektronica heeft dus bezit genomen van het topvoetbal. Begon Ir. Ad van Emmenes ooit nog onschuldig met het bijhouden van cornerverhoudingen, inmiddels is ons de onzin van expected goals al door de strot geduwd. Ze hebben het er zelfs al over in die op de lachspieren werkende voetbalpraatprogramma’s op tv. Elke beweging, aarzeling of ademstoot van iedere voetballer wordt feilloos op een enorme harde schijf opgeslagen. En dan zitten er ook nog chips in je schoenen en in de bal. Want o jeetje, we mogen niets missen.
Kappen dus met die theoretische onzin. Echte kenners zien wel of je er wat van kunt of niet. Als profvoetballer zou ik categorisch weigeren zo’n verwijfd aandoend stukje textiel onder mijn fraaie shirt te dragen. De clubarts die ik dagelijks spreek weet toch wel hoe het geestelijk en lichamelijk met me is gesteld. Mijn zaakwaarnemer heeft mijn mooiste acties al behendig in een YouTube videootje vastgelegd, dus cijfermatige onderbouwing van wat dan ook is overbodig. Het enige wat ik zelf moet doen, is proberen af en toe een bal fatsoenlijk te raken. En dat is al moeilijk genoeg.