Minister Hugo de Jonge vindt dat er in de politiek, en specifieker in de Tweede Kamer, te makkelijk ruimte wordt gemaakt voor wantrouwen en twijfels over iemands integriteit. Dat zei hij vrijdag, de dag na een marathondebat in de Tweede Kamer over zijn betrokkenheid bij de mondkapjesdeal met Sywert van Lienden. De Jonge zei te willen werken aan het herstel van vertrouwen, maar leek daarbij de bal ook bij de Kamer neer te leggen.
De hamvraag donderdag was of De Jonge betrokken was geweest bij de deal met Van Lienden. Vragen hierover beantwoordde hij het afgelopen jaar altijd ontkennend, maar in het debat erkende hij dat er wel sprake was van enige betrokkenheid. Veel Kamerleden twijfelden of De Jonge wel eerlijk was geweest, 52 leden steunden een motie van wantrouwen.
Die motie ziet De Jonge als "een opdracht aan mij, om te werken aan herstel". "Maar ik denk dat we een politiek van vertrouwen met elkáár maken". Volgens de minister "moeten we wel voorzichtig zijn met het uiten van twijfels, of wantrouwen, over iemands integriteit. Om dat al te makkelijk de ruimte te geven."
Doordat de Kamer zijn intenties volgens hem "zo gemakkelijk" in twijfel trekt, "heb ik zelf wel moeilijk gevonden, dat heeft me geraakt", zegt De Jonge.
Wat hij zelf concreet wil doen om het vertrouwen te herstellen, bleef onduidelijk. "Wat ik moet doen is naar eer en geweten mijn werk doen. Ik moet hard aan het werk, er is een enorme hoop te doen."
Door: ANP