Eerdmans had deels gelijk: er waren wel rellen

7 February 2021, 13:49 uur
Politiek
mainImage
Digitaal Dagblad
Eerdmans (midden)

De Rotterdamse fracties van GroenLinks, 50Plus, Denk, PvdA, SP en Nida, die bij burgemeester Aboutaleb bezwaar hebben gemaakt tegen de bewering van Joost Eerdmans van Leefbaar Rotterdam en JA21 (en als oud-wethouder Veiligheid) tijdens het programma van Jinek dat zich in Rotterdam óók al ‘’rellen, plunderingen en brandstichting’ hadden voorgedaan bij de demonstraties BlackLivesMatter en tegen de figuur Zwarte Piet’’, hebben niet het gelijk gekregen van hun burgemeester waarop zij hadden gehoopt.

Weliswaar zijn er bij deze twee demonstraties geen plunderingen en brandstichting geweest (zoals later op de Beijerlandselaan), maar wel rellen. Eerdmans dikte het op tv aan. Maar het verwijt van de zes protesterende partijen dat Eerdmans ‘’pertinente onjuistheden’’ heeft gedebiteerd, moet daarom voor een deel worden ingeslikt. De ‘zes’ vonden het ‘’nodeloos schadelijk en een klap in het gezicht van vreedzame demonstranten, die zich vaak inzetten om onze stad mooier en inclusiever te maken.’’

Maar zo vreedzaam waren ze niet, blijkt uit de brief van Aboutaleb. ‘’Na de BLM-demonstratie van 3 juni 2020 hebben helaas later in de avond enkele groepen rondgestruind in het centrum van de stad. Op diverse plekken in de binnenstad heeft de politie opgetreden om deze groepen aan te sporen huiswaarts te keren. Daarbij hebben enkele vernielingen plaatsgevonden in het winkelgebied. Er zijn door de politie twee aanhoudingen verricht.’’

En toen in 2016 de beweging Kick Out Zwarte Piet demonstreerde tegen de figuur Zwarte Piet tijdens de intocht van Sinterklaas in het centrum van de stad ‘’is er’’, aldus Aboutaleb, ‘’een vrij grote inzet van politie geweest om het noodbevel te handhaven en wanordelijkheden te voorkomen. Bijna 200 personen zijn toen aangehouden op grond van het noodbevel.’’

Om de snaren in de gemeenteraad niet al te zeer te spannen, merkte Aboutaleb in zijn antwoord aan briefschrijver Leewis van GroenLinks op ‘’dat alle vernoemde situaties niet met elkaar vergelijkbaar zijn.’’